Piet von Grumbkow schrijft op zijn site regelmatig artikelen en verhalen over ’t Harde in vervlogen tijden. Dit maal een bijdrage over de brand in de jaren 70 die ’t Harde teisterde.
De stilte op ’t Harde werd op donderdag 18 juni 1970 wreed verstoord door het uitbreken van een enorme bos-en heidebrand. Het was de dagen ervoor tropisch warm geweest en bossen en heide waren kurkdroog en door de sterke oostenwind breidde de brand zich snel uit. Zo snel dat het dorp ernstig werd bedreigd, er stak een oostenwind op met kracht 8 en een enorme vuurzee breidde zich met geweldige snelheid uit richting ’t Harde en verwoestte alles op zijn weg.
Het verkeer op de Rijksweg A28 en het treinverkeer tussen ’t Harde en Wezep werd stilgelegd. Kort daarna sloeg de immense vuurzee over een lengte van ongeveer 500 meter als een verzengende golf de spoorlijn en vervolgens de rijksweg over en bedreigde het dorpje.
Het was een ravage. Ik liep tussen de puinhopen en brandweerwagens langs de Eperweg, en spoedde mij naar huis. Ik had nog net met een trein uit Zwolle meegekund het was donker in het dorp, drukkend warm en omdat er geen centrale leiding was bij de hulpverlening was het een complete chaos. Iedereen deed maar wat.
Omstreeks 3 uur had het vuur het dorp bereikt en begonnen woonhuizen te branden. Op de Munnikenweg kwam ik een aantal centuriontanks tegen die verderop bomen begonnen plat te rijden in de hoop dat ze dan geen vlam zouden vatten.
Thuis trof ik mijn moeder aan met verdrietige ogen. De vuurzee, de tanks, de dreigende donkere lucht en de sirenes dwongen haar gedachten terug naar het Rotterdam van 1940, het begin van de Tweede Wereldoorlog toen de Duitsers de havenstad bombardeerden.