Piet von Grumbkow schrijft op zijn site regelmatig artikelen en verhalen over ’t Harde in vervlogen tijden. Dit maal een bijdrage over de bosbrand.
Op 18 juni 1970 brak er een grote bosbrand uit op ’t Harde. Tot op de dag van vandaag is niet geheel duidelijk geworden hoe dat kwam maar de rol van het leger moest een grote zijn geweest: ’s ochtends werd er geoefend op de kurkdroge heide en bossen.
Later heb ik gehoord dat er veel vragen waren over de rol van Prins Bernhard. De rol van Prins Bernhard? Had die een rol bij de brand dan?
Nou ja, in ieder geval verdwenen op de één of andere manier die vragen in de, zoals jaren later bleek als het over de Prins ging,doofpot.
Bij ons thuis op de Munnikenweg werd geen kwaad woord gesproken over Prins Bernhard of het Koninklijk Huis. Integendeel, Prins Bernhard was het gerespecteerd en geliefd hoofd van alles en iedereen die een militair tenue droeg en wie het daarmee niet eens was was een communist (in die tijd had men de Arabier, de Moslim of de Marokkaan nog niet ontdekt) en zonder twijfel eveneens langharig en werkschuw.
Klik op “lees meer” voor het hele artikel en krantenknipsel.
Maar toch sijpelde er een verhaal door, het verhaal ging, zo begreep ik later, dat Prins Bernhard in de vroege ochtend van 18 juni 1970 de legerplaats ’t Harde bezoekt, er is immers een oefening gaande ergens op de heide. Volgens een loslippige officier, waarvan later verder niets meer is vernomen, zou de Prins, tussen 8 uur en 10 uur, dus uren voordat de brand zou uitbreken, boven ’t Harde hebben gevlogen en ook werd melding gemaakt dat er met brandgevaarlijke brisantgranaten werd geschoten.
Wat deed Bernhard daar? Het moet bekend zijn, maar hoogstwaarschijnlijk moet dan het deksel van die grote goedgevulde doofpot, waar nog wat minaressen inzitten en wat Lockheeddocumenten, een paar zorgvuldig geheim gehouden buitenechtelijke kinderen, en wie weet wat er allemaal nog meer in zit.